Haat aan energizers! Een kort en krachtig betoog tegen deze zinloze ondingen
Waarom ik een bloedhekel heb aan energizers in trainingen (en waarom dat alles zegt over het ontwerp)
Laten we beginnen met een bekentenis: ik ben dol op spelletjes. Van strategische bordspellen tot fanatieke quizzen, van escape rooms tot een goede pot Pictionary – ik ben altijd de eerste die enthousiast ‘ja!’ roept. Maar zet me in een training waar we plotseling ‘Biebele Bop’ moeten roepen, stoelendans spelen met een denkbeeldige fruitmand of (help!) onze vingers in elkaars handpalmen moeten prikken om ze weg te trekken... en ik haak af. Hard.
En ik ben niet de enige. Want laten we eerlijk zijn: energizers voelen vaak infantiel. Ze zijn ongemakkelijk. En bovenal: ze horen niet thuis in een professionele context. Je roept op je werk toch ook geen rare kreet naar een collega om ‘even de energie te boosten’? Waarom zou je dat dan wel doen in een training?
De echte reden waarom je energizers nodig hebt
De inzet van energizers in trainingen zegt meer over het ontwerp van de training dan over de deelnemers. Want wanneer heb je een energizer nodig? Precies: als je mensen moe maakt. Als je programma een dip heeft. Als de energie wegvloeit. En daar ligt het probleem: een goede training zou dat nooit nodig moeten hebben.
Ik geloof heilig in dit principe: wanneer een training relevant, uitdagend en spannend is, hebben mensen geen energizer nodig. Ze zijn al ‘excited’, ze zijn nieuwsgierig, ze willen aan de slag. Het is onze taak als trainers en ontwerpers om dat voor elkaar te krijgen.
L&D'ers, let op: een dip in je training? Ontwerp beter!
Een energizer is vaak het symptoom van een slecht ontwerp. Het betekent dat je deelnemers verveeld raken, of mentaal afhaken. Dat is niet hun schuld, maar die van het programma. Volwassen mensen hebben namelijk prima de capaciteit om hun eigen energie te managen. Ze kunnen zelf pauzeren, even bewegen, of een kop koffie pakken. Ze zijn geen kinderen die op een basisschoolplein een tikkertje nodig hebben om bij te tanken.
Als je een dip in je training voelt, vraag jezelf dan af:
1. Is mijn inhoud spannend en relevant genoeg?
2. Worden deelnemers uitgedaagd om na te denken, te oefenen, en toe te passen?
3. Heb ik ruimte ingebouwd voor reflectie, rust en interactie?
Het antwoord op een energiedip is nooit een ongemakkelijk spelletje. Het antwoord ligt in je ontwerp. Maak je training beter. Breng humor, interactie en echte uitdaging in je programma. Want hoe meer mensen intrinsiek betrokken zijn, hoe meer ze automatisch hun energie op peil houden.
Wat ik wél geloof
Mensen komen naar trainingen omdat ze willen leren en groeien. Volwassenen hebben de capaciteit om nieuwsgierig te zijn, om samen te werken, om diep te duiken in een onderwerp dat hen echt boeit. Ze hebben geen infantiele spelletjes nodig om ‘in de flow’ te komen. Wat ze wel nodig hebben:
- Relevante, prikkelende inhoud
- Werkvormen die raken en uitdagen
- Een goede balans tussen inspanning en reflectie
- Humor die past bij het onderwerp en de groep
- Afwisseling
En bovenal: trainers die begrijpen hoe volwassenen leren. Trainers die kunnen ontwerpen, die snappen dat leren soms spannend, confronterend en vooral ontzettend boeiend mag zijn.
Kijk naar het programma. Naar de doelen. Naar de werkvormen. Want dat is waar het echte probleem zit. En als we daar scherp op zijn, maken we van leren weer iets wat volwassen mensen uit zichzelf willen doen.
No More Boring Learning.
En al helemaal geen infantiele energizers.