Wat geeft een trainingsontwerp extra impact en kracht? Reversed Thinking uitgelegd.
Stel, er zijn twee trainers met dezelfde voorbereiding voor een training en met dezelfde kennis en kunde. De ene trainer neemt niet de drie stappen uit dit artikel en de andere trainer wel; dan wordt de eerste training (zonder de stappen) vast een hele goede training, maar de tweede training (met de stappen) een echt verschrikkelijk goede training!
Hoe dat zit? En wat die drie stappen zijn? In dit artikel neem ik je erin mee.
De drie stappen zijn drie vragen die een trainer zichzelf stelt als zijn ontwerp klaar is. Die drie vragen gaan allemaal over wat de deelnemer voelt, ervaart en doet na afloop van de training. Dit heet Reversed Thinking.
Veel trainers kijken bij het ontwerpen van een training vooruit vanuit hun onderzoek en hun kennis. Bij Reversed Thinking kijkt een trainer terug op zijn ontwerp vanuit het perspectief van de deelnemer. Door deze perspectiefwisseling ontstaan er nieuwe ideeën over het ontwerp van de training met als resultaat dat een trainer zijn ontwerp nog veel sterker, slimmer of relevanter kan maken.
Wat zijn dan die drie vragen?
Vraag 1
Bij deze vraag bedenkt een trainer of L&D-er drie dingen die de deelnemers, op het moment dat ze de deurkruk van de trainingsruimte in handen hebben, per se moeten weten, kennen of voortaan wel of juist niet meer gaan doen.
Dit zorgt ervoor:
- Dat het programma extra focus heeft
- Dat er geen ‘information overload’ voorkomt
- Dat duidelijk is waar de trainer extra energie op moet geven
- Dat een trainer weet waar er meer rust kan tijdens een training
Kortom, het zorgt voor hele duidelijke prioriteiten in het ontwerp. Met deze prioriteiten kan een designer goed bepalen wat voor werkvormen hij inzet, hoe zwaar hij een onderwerp aanzet en hoeveel tijd hij ergens aan wil besteden.
Drie is overigens niet een in beton gegoten getal, maar wel zeer aan te raden. Drie zaken zijn zowel voor een trainer als een deelnemer goed te onthouden. Maar ik kan me voorstellen dat iemand voor twee dingen kiest bij een training van een dagdeel, of voor vier bij een lang traject.
De term ‘deurkrukcheck’ hebben Jeanne en ik trouwens niet zelf verzonnen. Deze komt van Remco Claassen, die met zijn trainingen en workshops mensen enorm op weg helpt op het gebied van Verbaal Meesterschap. Volg hem vooral voor waardevolle kennis en veel inspiratie!
Vraag 2
Hier beeldt een L&D-er zich in dat de deelnemer de trainingsruimte uitloopt de gang in of het gebouw uit. De te beantwoorden vraag hier is: wat voelt de deelnemer nu?
Dit gaat niet om de wat oppervlakkige vraag of de trainingsdag leuk was of niet. Het gaat er hier om of de deelnemer een boost in het zelfvertrouwen heeft gekregen of dat de deelnemer geïnspireerd is om klanten veel leuker en hartelijker te helpen. Misschien voelt de deelnemer zich geraakt of ontroerd over hoe waardevol zijn werk is voor zijn cliënten of vol met energie om met een nieuwe manier aan de slag te gaan.
Het doel bij deze vraag is om in het hart van de deelnemer te komen. Welke kennis, welke oefening, welk gesprek móet in de training om een bepaald gevoel in het hart van de deelnemers los te maken?
In de podcast deelt Jeanne een mooi voorbeeld over hoe zij dat deed voor een groep mensen uit het onderwijs.
Vraag 3
De vraag hier is wat de deelnemer door de training anders gaat doen in de echte wereld buiten het werk om? Welke impact maakt de training zodat de deelnemers niet alleen beter gaan verkopen (bijvoorbeeld), maar een leukere vriend worden? Wat moet er in het ontwerp zodat de deelnemers niet alleen patiënt gerichter gaan werken, maar anders gaan kijken naar de opvoeding van hun kinderen?
Het zou kunnen dat deze vraag voor sommige mensen misschien te ‘vaag’ of te ‘spiritueel’ is. Ik ervaar dat het nadenken over dit level mij als trainer extra kracht en energie geeft om bijvoorbeeld door een Fixed Mindset van een deelnemer heen te breken of iets nog beter uit te leggen, of de setup van een oefening nog scherper uit te voeren. Het geeft de hele training een bron van inspiratie en vuur mee, wat moeilijk in een trainershandleiding te vatten is.
Bij dit laatste level had ik een tijdje geleden een heel mooi voorbeeld, dat ik (hopelijk ter inspiratie) graag met jullie deel.
Met een groep leiders sprak ik over het Pygmalion effect. (mocht je dat niet kennen, luister hier de podcast die Jeanne en ik erover maakten. Ik had vooraf bedacht (en gehoopt) dat de training zo’n impact zou maken, dat ze (behalve met hun eigen mensen) deze kennis ook buiten hun werk gingen gebruiken.
De volgende bijeenkomst vertelde één van mijn deelnemers over een jongen die in het voetbalteam zat dat hij coachte op de zaterdagen. Deze jongen, die op zich goed voetbalde, kwam soms te laat en oogde vaak nonchalant. Tijdens de wedstrijden deed hij wel goed mee, maar daarom heen was hij gemakkelijk en wat lui, zo leek het. Mijn deelnemer erkende dat hij deze jongen de afgelopen periode enorm aan het Golem-en was. Gewapend met inspiratie en kennis uit de training ging mijn deelnemer, de coach dus, het gesprek met deze jongen aan. Wat bleek? Naast zijn werk studeerde hij nog en zorgde hij op de vrijdagavonden voor een ziek familielid; hij was mantelzorger. Aan het einde van de werkweek was hij simpelweg doodop, waardoor hij zich soms versliep. De coach zag ineens in dat deze jongen helemaal niet lui en gemakkelijk is, maar keihard werkt en zorgvuldig kiest waar hij zijn energie op inzet.
Samen onderzochten zij hoe de jongen lekker kon blijven voetballen en kon bijdragen aan het team, maar ook zuinig kon blijven op zijn energie. Hiermee werd iedereen gelukkiger.
Toen mijn deelnemer dit vertelde in de training kon ik een gevoel van ontroering niet onderdrukken. Dat is het prachtige effect van een verschrikkelijk goede training!
Heel veel plezier en succes met Reversed Thinking!
Jan-Peter
Luister de podcast hier via Spotify
Luister de podcast hier via Apple
Kijk hieronder via Youtube naar de podcast